Roadmap Bruggen

Deze Roadmap Bruggen laat zien welke richting Rijkswaterstaat met innovatie op beweegt om de doelen die gesteld zijn voor 2030 te realiseren. Bovenaan in de roadmap ziet u de doelstellingen. Aan de linkerzijde staan de voorgenomen strategieën. De roadmap toont, in voorgenomen volgorde, de uit te voeren stappen die aan elke strategie bijdragen.

Hotspots

Innovatie vanuit standaardisatie bruggenareaal

Rijkswaterstaat streeft naar een zo eenduidig mogelijk bruggenareaal. De doelstellingen die we hiermee willen bereiken zijn: verbeteren assetmanagement, behalen duurzaamheidsambities, efficiënter projecten realiseren. Hiervoor willen wij afzonderlijke onderdelen standaardiseren zonder monopolies te creëren. De diepgang van standaardisatie en benodigde innovatie stemmen we af met de markt.

Innovatie vanuit standaardisatie dienstverlening

We willen veiliger, vlotter, efficiënter en duurzamer werken en we zijn toekomstgericht. Daarom is elke brug op afstand bedienbaar en ingericht volgens de kaders en technologische IV-standaards van RWS. We stimuleren marktpartijen door innovaties voor bruggen te bundelen in een innovatieportfolio en tijdig te beproeven.

Innovatie vanuit standaardisatie werkwijze

We werken efficiënter door bruggen in portfolio’s te bundelen. Hiermee kunnen innovaties worden doorontwikkeld en leerervaringen worden meegenomen in volgende objecten.

Innovatie vanuit verduurzamen

We verduurzamen ons bruggenareaal op basis van de roadmap van Transitiepad Kunstwerken.

Innovatie vanuit digitaliseren

We willen in de toekomst met minder capaciteit de contracten voorbereiden en de renovaties uitvoeren.

Innoveren in samenwerking met de keten

We hebben een voorspelbare opdrachtenstroom en uniforme aanpak (eisen en werkwijze) voor bruggen, over opdrachtgevers heen waar dat kan, doordat wij in de keten samenwerken.

Doelstelling

In 2030 is Rijkswaterstaat en markt in staat om een 4 keer zo grote VenR-productie Bruggen te draaien dan in 2022. Dat doen we duurzaam en klimaatbestendig:

  • renovaties worden CO2-neutraal en circulair uitgevoerd
  • vrijgekomen materialen worden hergebruikt

Iedere vervanging/renovatie leidt tot een vermindering in energieverbruik.

Missie

De komende 15 jaar voert Rijkswaterstaat kleinere en grootschalige vervangingen en renovaties uit aan stalen en betonnen bruggen. Het doel is om ze toekomstbestendig te maken en met zoveel mogelijk uniforme state-of-the-art technologie, waarbij innovatie nodig is om bijvoorbeeld staken beweegbare bruggen volgens de EU-machinerichtlijnen op te knappen. Hiermee verzekeren we dat de bruggen functioneel, veilig en onderhouden blijven. Dit alles willen we uitvoeren met een prioriteit op duurzaamheid, voor het uitvoeren van het werk en voor het beheer en onderhoud.

De werkzaamheden liggen op de diverse deelsystemen. Zowel voor civieltechnische als werktuigbouwkundige aspecten en op het gebied industriële automatisering willen we grote stappen maken. Enerzijds zijn veel bruggen geheel of gedeeltelijk op leeftijd, anderzijds is het operationele concept van de bruggen verandert. Het laatste betekent dat vanwege de vereisten uit de EU-machinerichtlijn de stalen beweegbare bruggen 'onder CE' gebracht moeten worden, voornamelijk vanwege bediening op afstand in bedienings-/verkeerscentrales.

Clustering in bruggen families vindt plaats voor een efficiëntere aanpak van de vervanging en renovatie. Dit heeft als doel beheer en onderhoud te verbeteren door te werken vanuit het principe standaardiseren en modulariseren. Maatwerk wordt zoveel mogelijk beperkt. Dit is dezelfde aanpak zoals voor de schutsluizen, wat aansluit bij de ontwikkelingen voor industriële automatiserings-bouwblokken voor Bediening, Besturing en Bewaking (3B bouwblokken).

Uitdagingen

Het doel voor bruggen is te zien op de roadmap: De innovatiebehoefte ligt vooral op de vlakken informatiehuishouding, monitoring-technieken om verantwoord de werklast van V&R te kunnen herverdelen en duurzame alternatieven voor de huidige bouwtechnieken en -materialen.

Om de missie te behalen moeten we eerste stappen zetten. Hierbij lopen we nu praktisch aan tegen de volgende punten waarmee we graag samen met onze partners naar oplossingen zoeken:

  • Het verbeteren van de voorspelbaarheid van functionele restlevensduur. Het ontwikkelen van nieuwe mogelijkheden op het gebied van structural health monitoring, met name waar het gaat om het voorkomen van falen als gevolg van metaalmoeheid. Zo kunnen we delen van de constructie die gevoelig zijn voor vermoeiing op tijd maar niet eerder dan nodig vervangen. Dit is een ontwikkeling die niet alleen voor beweegbare bruggen profijt oplevert, maar voor alle stalen bruggen.
  • Er moet een slag worden gemaakt richting managed model based engineering om het areaal (fysieke en geometrische eigenschappen ervan) te kunnen monitoren. Een migratie naar dergelijke digitale systemen is noodzakelijk om nieuwe inspectietechnieken te ontwikkelen voor (vervangings-)onderdelen.
  • Het duurzaam gebruik van materialen/gebruik van duurzame materialen. Stalen en betonnen bruggen zijn vanuit hun aard dynamisch belaste constructies, waaraan hoge eisen worden gesteld voor betrouwbaarheid gedurende hun functionele levensduur. Van oudsher wordt hier veelal hoogwaardig staal, beton en recent hoogwaardig vezelversterkte kunststof toegepast, welke een hoge CO2 footprint hebben. De zoektocht richt zich enerzijds op de verbetering van benutting van de functionele levensduur en anderzijds op het verbeterde fabricagemethode van materialen met een lagere milieu impact.

Daarnaast is er kennis nodig om de VenR-opgave voor de bruggen mogelijk te maken. De kennisontwikkelingsopgave richt zich op fundamentele kennis op gebied van de civiele constructie (beweegbare delen, fundament) en op de Industriële Automatisering (Bediening en besturing).

  • Rijkswaterstaat kent een historisch gegroeid divers palet aan bruggen in zijn beheer. Hiervoor moet kennis worden opgebouwd over eigenschappen van materialen (zoals staalsoorten) die niet meer in de markt voorkomen en waarvan de eigenschappen vroeger niet werden bepaald.
  • De bruggen moeten gemiddeld 100 jaar mee gaan en moeten technologische ontwikkelingen kunnen faciliteren. Hiervoor is het belangrijk dat kennis wordt ontwikkeld hoe het diverse palet van bruggen per cluster met één systeem bediend kan worden.

Contact en meer informatie

Kunt u concrete voorstellen aandragen of wilt u van gedachten wisselen? Neem dan contact met ons op via het contactformulier Innovatieloket.